Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) heeft vandaag aangekondigd dat de afzetprijzen van de Nederlandse industrie in mei gemiddeld 4,9 procent lager waren dan in dezelfde periode van het voorgaande jaar. Dit markeert een aanzienlijke versnelling van de prijsdaling, gezien in april nog sprake was van een daling van 2,4 procent ten opzichte van een jaar eerder.
Volgens het CBS zijn de afzetprijzen in de industrie sterk gekoppeld aan de prijsontwikkeling van ruwe aardolie. In mei was de prijs voor een vat ruwe North Sea Brent olie ongeveer 70 euro, wat een daling betekent van ongeveer 34 procent ten opzichte van vorig jaar. Ter vergelijking: in april 2023 kostte een vat ruwe olie nog ruim 76 euro, wat al 22 procent lager was dan het jaar ervoor.
De lagere olieprijzen hebben de producten van de aardolie-industrie beïnvloed, met prijzen die in mei 30,6 procent lager waren dan een jaar eerder. In april was deze daling nog 22,0 procent. Ook de afzetprijzen van de chemische industrie, die veelal worden beïnvloed door olieprijzen, daalden met 15,7 procent in mei ten opzichte van vorig jaar. In april was deze daling nog 14,0 procent.
Toch waren in mei in de meeste bedrijfsklassen van de industrie de prijzen hoger dan een jaar eerder. Ten opzichte van de voorgaande maand, april, daalden de industriële afzetprijzen in mei met 1,5 procent. De prijzen op de buitenlandse markt daalden met 1,9 procent, terwijl de prijzen op de binnenlandse markt met 1,0 procent afnamen.
