Politiemedewerkers kregen vorig jaar zo’n 13.000 keer te maken met agressie en geweld. Het aantal incidenten is de laatste jaren nagenoeg gelijk, maar het zijn er veel te veel. Geweld tegen agenten en hulpverleners blijft onacceptabel. Hoofdagent Paul kan er over meepraten.
‘Ik zag de klap niet aankomen. Met zijn vuist sloeg de verdachte hard tegen mijn kaak’, vertelt Paul over wat er gebeurde in de verhoorkamer van een politiebureau in de Eenheid Zeeland-West-Brabant. ‘Even daarvoor zaten we nog rustig tegenover elkaar aan het bureau. Wel was hij al behoorlijk aan het “zuigen”.’
Als ME’er maakte Paul vaker geweld mee, maar dan droeg hij beschermende kleding en stond hij met meerdere collega’s op linie. ‘Zo’n onverwachte geweldsexplosie als dit heb ik nooit eerder meegemaakt.’ Hij deed direct aangifte. ‘Meer dan een beurse plek op mijn kaak had ik niet, maar het gaat mij om het principe. Agressie en geweld tegen hulpverleners mag nooit normaal worden.’
Het totaal aantal geweldsincidenten in 2022 (12.895) is ongeveer gelijk aan die in het jaar daarvoor (12.940). Op een aantal vlakken zien we een duidelijke verschuiving. Het gaat met name om agressief gedrag bij het uitgaan (470 incidenten in 2021; 1579 in 2022), evenementen (79 in 2021; 147 in 2022) en voetbal (161 in 2021; 278 in 2022). Deze bewegingen zijn deels te verklaren door de coronamaatregelen. Tijdens de pandemie was er geen of beperkt bezoek aan stadions, horeca en uitgaansgelegenheden mogelijk.
De meeste incidenten speelden in 2022 rond ongeplande aanhoudingen (5082; dit kwam bijvoorbeeld in 2019 maar 2611 keer voor). Dit komt mogelijk door de toename van het aantal demonstraties.
Doxing
Relatief nieuw is doxing op internet. Dit is het vragen om privégegevens van politiemensen, met intimidatie als doel. ‘Totaal onacceptabel’, zegt Peije de Meij, portefeuillehouder Geweld Tegen Politie Ambtenaren (GTPA). ‘Doxing raakt niet alleen de collega maar ook het thuisfront en de politieorganisatie. De politie neemt preventieve maatregelen en ondersteunt de slachtoffers zo goed mogelijk.’
Wat ziet de politie
Als Paul terugkijkt op zijn politiecarrière van de afgelopen twintig jaar, dan merkt hij wel dat politiemedewerkers anders worden benaderd. ‘Zeker sinds corona reageren mensen heftiger op het uniform; gaan binnen groepen demonstranten mensen bijvoorbeeld vaker die grens over. Alsof het bijna geoorloofd is om een agent te mishandelen. Daar moeten we echt onze grenzen aangeven, want het is abnormaal.’
Ook De Meij constateert dat het maatschappelijk ongenoegen toeneemt en dat er nog vaak geweld en agressie tegen politie en andere hulpverleners is. ‘Om het tij te keren moeten we als politie goed zichtbaar zijn en in contact blijven met iedereen in de samenleving. Personen die verdacht worden van verbaal of fysiek geweld tegen politiemedewerkers en andere publieke hulpverleners kunnen rekenen op een hogere strafeis van het Openbaar Ministerie. Die kan oplopen tot het dubbele van wat normaal wordt geëist.’
Opleiden
‘De politie heeft het geweldsmonopolie’, benadrukt De Meij. ‘Dat betekent dat agenten zijn opgeleid om om te gaan met geweld en het eventueel toepassen als de situatie daar om vraagt. Agressie of geweld tegen politiemensen is absoluut ontoelaatbaar en strafbaar. Daarom doet de politie er alles aan om dit tegen te gaan en de collega’s die er mee te maken krijgen, bij te staan.’
Bron: Politie