Volgens Pieter Hasekamp, de directeur van het Centraal Planbureau (CPB), heeft het Nederlandse financiële systeem de impact van de coronacrisis en de energieprijsstijgingen, veroorzaakt door de oorlog in Oekraïne, met succes doorstaan. Dit is volgens hem grotendeels te danken aan fiscale en monetaire steun.
In de vandaag uitgebrachte Risicorapportage Financiële Markten analyseert het CPB jaarlijks de belangrijkste risico’s voor het financiële stelsel, in opdracht van de Tweede Kamer. De focus van het rapport van dit jaar ligt op de macro-economische context waarin fiscale en monetaire steunmaatregelen worden afgebouwd, terwijl de economie nog steeds te maken heeft met onzekerheid.
Ondanks de geleidelijke afbouw van deze economische steunmaatregelen, ziet Hasekamp geen grote dreiging van een bankencrisis in Nederland. Ook stelt hij dat de financiële risico’s van de woningmarkt onder controle zijn.
Volgens de CPB-directeur brengen stijgende inflatie en energieprijzen onzekerheden met zich mee, met name voor huishoudens en bedrijven die te maken hebben met hogere kosten. Echter, de aanpassingsmogelijkheden van deze groepen, in combinatie met overheidssteun en salarisgroei, maken deze risico’s beheersbaar.
Hasekamp merkte op dat de reactie van de Europese Centrale Bank op de stijgende prijzen – het aanscherpen van het monetair beleid – evenwicht moet vinden. Te weinig actie kan de inflatie verder opdrijven, terwijl te drastisch ingrijpen kan leiden tot een scherpe daling in kredietverlening en mogelijke devaluatie van financiële bezittingen.
Hoewel er onrust is in de wereldwijde bankensector vanwege stijgende rentes en een aanzienlijk percentage niet-verzekerde deposito’s, vooral in de Verenigde Staten, benadrukte Hasekamp dat de Nederlandse banken beter voorbereid zijn op veranderingen in de rente en dat spaargeld hier goed is verzekerd.
Wat betreft de woningmarkt, de huizenprijzen zijn gedaald als gevolg van hogere hypotheekrentes en verminderde koopkracht van huishoudens. Echter, in de afgelopen tien jaar hebben huiseigenaren hun financiële positie over het algemeen verbeterd. Dit betekent dat zij beter bestand zijn tegen prijsdalingen in de woningmarkt, waardoor de financiële risico’s beperkt blijven.
Het rapport waarschuwt echter voor de kwetsbaarheid van starters op de woningmarkt, jongeren en huiseigenaren met beperkt vermogen. Hun financiële positie is minder verbeterd dan die