n een opmerkelijke uitspraak heeft een Duitse rechtbank een man vrijgesteld van een boete voor wildplassen in de Oostzee. Dit incident, dat plaatsvond in Lübeck gedurende de zomer van 2022, heeft veel stof doen opwaaien over de definitie van openbare overlast.
Een gezellige avond eindigt in een boete
Tijdens een zomerse avond besloot een groep vrienden te relaxen aan de Oostzeekust in Lübeck. Echter, na zich even te hebben afgezonderd, besloot een van hen ongeveer twintig meter verderop in de zee te plassen. Hoewel zijn vrienden hier geen probleem mee hadden, dacht een passerende politiepatrouille daar anders over. De man werd beschuldigd van het verstoren van de openbare orde en kreeg een boete van 60 euro.
In beroep tegen de boete
De man vond de boete onterecht en besloot in beroep te gaan. Centraal in deze zaak stond de vraag: veroorzaakt iemand die ‘s avonds of ‘s nachts in de zee plast werkelijk overlast? De rechtbank oordeelde dat de man nauwelijks zichtbaar was door de duisternis en niemand had geklaagd over zijn acties.
Poëtische woorden van de rechter
In een intrigerende draai gaf de rechter in het vonnis een poëtische touch aan de situatie. Hij verklaarde: „Onder de uitgestrektheid van de lucht hebben mensen niet minder rechten dan het hert in het bos, de haas in het veld of de zeehond in de Oostzee.”
