De Nederlandse industrie zag in april 2023 een vermindering van de gemiddelde dagproductie met 12,1% vergeleken met dezelfde periode vorig jaar. Dit markeert de scherpste daling sinds april 2009, volgens cijfers van het CBS. Deze krimp in productie is consistent met de trend van de eerste drie maanden van 2023, toen de jaarlijkse productie eveneens daalde.
Ongeveer driekwart van alle industriële sectoren kende een productiedaling ten opzichte van april 2022. De grootste verliezen werden opgemerkt in de machine- en chemische industrie, terwijl de sector voor reparatie en installatie van machines een opmerkelijke productiestijging kende.
Wanneer er gecorrigeerd wordt voor seizoens- en werkdageffecten, is er sprake van een daling van de productie met 3,0% van maart tot april. Deze gecorrigeerde productiecijfers hebben in het verleden sterke fluctuaties getoond, met snelle afwisselingen tussen dalingen en stijgingen. Na het dieptepunt in mei 2020 werd een gestage groei ingezet tot mei 2022, waarna de trend echter is gekeerd.
In mei rapporteerden industriële ondernemers in Nederland ook een verminderd optimisme, voornamelijk vanwege een minder positieve kijk op hun orderboeken. Bovendien weerspiegelde de verslechterde stemming van Duitse ondernemers – een belangrijke handelspartner voor de Nederlandse industrie – volgens de IFO-index in mei een negatievere vooruitzicht voor hun toekomstige bedrijfssituatie en een verminderd enthousiasme voor hun huidige situatie. Desondanks zag de Duitse industrie in april een stijging van de gemiddelde dagproductie met 2,6% ten opzichte van een jaar eerder, volgens gegevens van Destatis.
