Uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt dat veel gepensioneerden met een aanvullend pensioen boven de 3.000 euro per maand sinds 2011 aanzienlijk minder koopkracht hebben. Tussen 2011 en 2022 daalde hun koopkracht met bijna 11 procent. Dit is de sterkste daling onder gepensioneerden. Ook gepensioneerden die tussen de 1.000 en 2.000 euro aanvullend pensioen ontvangen, zagen hun koopkracht met minimaal 5 procent afnemen.
Oorzaken van de koopkrachtdaling
Deze daling is voornamelijk te wijten aan het feit dat de aanvullende pensioenen lange tijd niet zijn verhoogd, zelfs geen aanpassing voor inflatie werd toegepast. Hierdoor konden deze ouderen steeds minder kopen, terwijl de kosten voor dagelijkse producten en diensten, zoals de kapper of een cafébezoek, stegen.
Toename koopkracht bij lagere pensioenen
Tegenover de daling staat een stijging van de koopkracht bij senioren met een kleiner aanvullend pensioen. Deze verbetering in 2022 is grotendeels te danken aan overheidsmaatregelen die bedoeld waren om minder draagkrachtige huishoudens te ondersteunen met de hoge energiekosten.
Koopkrachtontwikkeling in Nederland
Over een langere periode, vanaf 1989, blijkt uit de CBS-cijfers dat de koopkracht van Nederlanders gemiddeld met 53 procent is toegenomen, vooral door de toename van het aantal werkende vrouwen. Werknemers in loondienst en zelfstandigen zagen hun koopkracht aanzienlijk stijgen, terwijl de koopkracht van gepensioneerden nagenoeg gelijk bleef.
Invloed van gezinsstructuur op koopkracht
Opmerkelijk is ook de bevinding dat huishoudens met kinderen een sterkere groei in koopkracht hebben ervaren. De koopkracht van deze groep is meer dan verdubbeld sinds 1989, mede door de toename van werkende moeders en een hoger kindgebonden budget.
