Tijdens een boerenprotest in Heerenveen vorig jaar, ontstond er een incident waarbij een politieagent vuurde op een trekker, bestuurd door een 16-jarige jongen. Dit incident heeft tot een rechtszaak geleid waarin het Openbaar Ministerie (OM) een voorwaardelijke celstraf van een maand heeft geëist tegen de betrokken agent. De officier van justitie in de rechtbank in Utrecht heeft aangegeven dat er geen rechtvaardiging was voor het schieten, omdat er geen direct gevaar was. Deze conclusie wordt ondersteund door getuigenverklaringen en videobeelden, die aantonen dat de agent niet in zelfverdediging handelde.
Agent handelt vanuit onmacht, betwistbare zelfverdediging
Volgens de officier van justitie zou de agent uit onmacht hebben gehandeld, een sentiment dat ook door collega’s werd gedeeld. Zij voelden zich machteloos tegenover de protesterende boeren met hun tractoren. De agent staat terecht voor poging tot doodslag en verdedigt zich door te stellen dat hij vreesde voor een aanrijding en mogelijke verwondingen voor zichzelf en collega’s. Echter, het OM betwijfelt deze lezing en wijst op tegenstrijdigheden in de verklaringen van de agent. Direct na het incident gaf de agent namelijk aan dat de tractor langs hem reed, waarna hij schoot. De rechtbank benadrukte dat het in de politieopleiding wordt afgeraden om op rijdende voertuigen te schieten, een aspect waar de agent niet aan dacht tijdens het incident.
Reacties en gevolgen van het incident
De moeder van de jonge bestuurder, Jouke, sprak in de rechtszaal en bekritiseerde de gespannen reactie van de politiemacht. Ze benadrukte dat haar zoon niet op de politie inreed en dat het incident een diepe impact heeft gehad op het gezin. Ze vragen om erkenning van de fout en een verontschuldiging van de agent. Aan de andere kant, vanwege veiligheidsredenen, was de agent niet fysiek aanwezig in de rechtbank en zijn identiteit wordt beschermd na eerdere intimidatiepogingen en bedreigingen. Dit benadrukt de gespannen sfeer en de complexiteit van de zaak.