Vorig jaar kregen de NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst veel minder meldingen van voedsel gerelateerde infecties dan in 2019. Het lagere aantal infecties is waarschijnlijk een gevolg van de maatregelen en adviezen die tijdens de coronaepidemie golden zoals het handen wassen of de sluiting van de horeca.
De NVWA Nederlandse Voedsel- en Warenautoriteit en de GGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst registreerden minder uitbraken van voedselgerelateerde infecties en vergiftigingen dan in de jaren ervoor. Campylobacter, Salmonella en norovirus blijven ook in 2020 de belangrijkste veroorzakers van ziekte-uitbraken via voedsel. Dat blijkt uit de registratie van voedselgerelateerde uitbraken in Nederland in 2020.
In 2020 registreerden NVWA en GGD’en in totaal 559 voedselgerelateerde uitbraken, die leidden tot 1907 zieke mensen. In het jaar ervoor waren dit 735 uitbraken met 3058 zieke mensen.
Voedselgerelateerde uitbraken
Mensen kunnen ziek worden van voedsel als dat besmet is met ziekteverwekkers. Als twee of meer mensen ziek worden via hetzelfde voedsel, noemen we dat een voedselgerelateerde uitbraak. Artsen en laboratoria moeten deze uitbraken melden aan de GGD. Mensen die vermoeden dat ze ziek zijn geworden door voedsel, kunnen dit ook zelf melden bij de NVWA. De genoemde getallen zijn lager dan het werkelijke aantal voedselgerelateerde uitbraken en het aantal zieken. Dat komt onder andere omdat niet iedereen die ziek is naar de huisarts gaat of de NVWA informeert. Het werkelijke aantal voedselgerelateerde infecties in Nederland werd afgelopen jaar geschat op ongeveer een half miljoen .
Coronamaatregelen
Voedselgerelateerde infecties kunnen vaak voorkomen worden door goed hygiënisch te werken in de keuken. Dit betekent handen wassen voor het koken, verschillende snijplanken en messen gebruiken voor rauw en gaar voedsel, en het eten goed laten garen. De (aandacht voor) de coronamaatregelen hebben mogelijk tot gedragsverandering geleid. Ook de sluiting van horeca of het verbod op bijeenkomsten zou een oorzaak van de daling kunnen zijn. Daarnaast kan er ook sprake zijn van een lager aantal mensen dat contact opnam met een (huis)arts bij ziekte.
Bron: RIVM; foto: