Mosab Hassan Yousef, beter bekend als “The Green Prince”, is niet zomaar een overloper. Als zoon van Sheikh Hassan Yousef, een van de oprichters van de notoire terreurorganisatie Hamas, was zijn weg vooraf uitgestippeld. Zijn jeugd, gemarkeerd door de turbulentie van de Eerste Palestijnse Intifada, zag hem reeds op 10-jarige leeftijd in een Israëlische gevangenis belanden voor het gooien van stenen naar kolonisten.
Zijn perspectief veranderde echter dramatisch midden in de jaren negentig, toen hij werd geconfronteerd met de wreedheid van zijn vermeende bondgenoten. Mosab was getuige van de marteling van Hamas-gevangenen door hun eigen kameraden, een gruwelijk schouwspel dat zijn loyaliteit aan de organisatie deed wankelen.
Dubbelleven als infiltrant
Beslissend voor zijn toekomstige pad was een aanbod van de Israëlische veiligheidsdienst, Shin Bet. Oorspronkelijk van plan om een dubbelspion te worden om “Israël van binnenuit aan te vallen”, veranderde Mosab van gedachten door wat hij zag als een grotere moraliteit binnen Shin Bet. Vanaf 1997 werkte hij ongeveer 10 jaar undercover, waarbij hij cruciale informatie deelde die talloze levens redde en aanslagen voorkwam.
De geheime beschermer
Ondanks zijn nieuwe alliantie met Israël, zorgde Mosab ervoor dat zijn familie, met name zijn vader, gespaard bleef van represailles. In een incident leidde zijn informatie de Israëlische troepen bewust om het huis waar zijn vader zich verborg, demonstrerend een complex web van loyaliteit en conflicterende allianties.
Van de schaduw naar het licht
Na zijn tijd als spion, vertrok Mosab naar de Verenigde Staten, waardoor zijn vroegere leven van intriges en geheimhouding werd ingeruild voor een in ballingschap. Hamas, terwijl ze publiekelijk zijn verraad minimaliseerden, hadden naar verluidt al jaren hun argwaan tegen hun leiderszoon.
