Het Nederlands Forensisch Instituut (NFI) heeft een speciale databank ontwikkeld om inktsporen van geldautomaten te analyseren. Deze technologie helpt om verdachten te linken aan specifieke plofkraken, die vooral in het buitenland plaatsvinden.
Veiligheidsinkt maakt gestolen geld onbruikbaar
Een van de maatregelen tegen plofkraken is het gebruik van veiligheidsinkt in geldcassettes. Bij een explosie raakt een deel van het geld besmeurd met onuitwisbare inkt, waardoor het onbruikbaar wordt. Deze inkt kan ook op kleding of handen van plofkrakers terechtkomen.
Inktanalyse als bewijsmiddel
Elke soort veiligheidsinkt heeft unieke eigenschappen. Wanneer inktsporen worden aangetroffen, onderzoekt het NFI deze microscopisch. Dit maakt het mogelijk om de herkomst van de inkt te achterhalen. “We kunnen bepalen of dezelfde inkt bij meerdere plofkraken is gebruikt,” legt onderzoeker Michiel Grutters uit. Deze analyses geven de politie waardevolle aanknopingspunten bij het opsporen van verdachten.
Toename in plofkraken over de grens
Hoewel plofkraken in Nederland zijn afgenomen door betere beveiliging, zoeken criminelen nu hun kans in Duitsland. Hier werden in de afgelopen vijf jaar meer dan 100 miljoen euro buitgemaakt. Inmiddels boeken Duitse banken vooruitgang in beveiligingsmaatregelen, wat resulteert in een daling van het aantal plofkraken.
Uitbreiding naar Europa gewenst
Het NFI wil de databank uitbreiden met gegevens uit andere Europese landen. Criminelen reizen steeds verder, met plofkraken in landen als Zwitserland, Oostenrijk en Frankrijk. Deze internationale aanpak sluit aan bij eerdere innovaties, zoals de glasdatabank, die glassplinters koppelt aan misdrijven.