AMSTERDAM – Volgens het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) waren de afzetprijzen van de Nederlandse industrie in april gemiddeld 2,3 procent lager dan in dezelfde maand vorig jaar. Dit markeert de eerste prijsdaling in meer dan twee jaar. De in- en uitvoerprijzen van de industrie, die fungeren als indicatoren voor inflatie, zijn te vinden in het prijzendashboard.
Deze prijsontwikkelingen in de industrie worden sterk beïnvloed door de fluctuaties in de prijs van ruwe aardolie. In april 2023 daalde de prijs van een vat North Sea Brent ruwe olie naar ruim 76 euro, wat 22 procent minder is dan in dezelfde maand een jaar eerder. In maart was de prijsdaling zelfs nog sterker, met bijna 74 euro per vat, 27 procent minder dan het jaar daarvoor.
Als gevolg hiervan werden de producten van de aardolie-industrie in april 21,3 procent goedkoper dan in april 2022. De prijzen lagen in maart echter nog 21,2 procent hoger dan het jaar ervoor. De chemische industrie, waarvan de afzetprijzen over het algemeen ook gekoppeld zijn aan de olieprijs, ondervond een prijsdaling van 13,4 procent in april vergeleken met dezelfde maand vorig jaar, een sterke toename ten opzichte van de 4,6 procent daling die in maart werd geregistreerd.
Ondanks deze ontwikkelingen bleven de prijzen in de meeste sectoren van de industrie in april hoger dan het voorgaande jaar. Echter, in vergelijking met maart, daalden de afzetprijzen van de industrie met 0,1 procent. Hoewel de prijzen op de buitenlandse markt met 0,5 procent stegen, ondervond de binnenlandse markt een daling van 0,9 procent.