In mei 2023 ervoer de Nederlandse detailhandel een groei van 4,6 procent in omzet ten opzichte van dezelfde periode het jaar ervoor, volgens recente gegevens vrijgegeven door het CBS. Interessant is dat ondanks deze omzetgroei het verkoopvolume met 5,8 procent is gedaald.
De omzet van de foodsector, die voedings- en genotmiddelen omvat, heeft een significante groei van 8,4 procent getoond. Daarentegen zag de non-foodsector een bescheiden omzetgroei van 1,2 procent. Beide sectoren hebben echter een dalend verkoopvolume ervaren, wat een trend suggereert die verder onderzoek waard is.
Binnen de foodsector hebben supermarkten een bijzonder sterke omzetstijging gezien, met een stijging van 9,1 procent, terwijl speciaalzaken een groei van 3,2 procent hebben geregistreerd.
Het online segment van de detailhandel heeft ook een stijging van 4,8 procent in de omzet gezien vergeleken met mei 2022. Webwinkels hebben 5,3 procent meer omzet geregistreerd, terwijl winkels met een nevenactiviteit op internet (multi-channelers) een omzetgroei van 4,1 procent hebben ervaren.
Ondanks de algemene daling van het verkoopvolume, hebben diverse non-foodwinkels, waaronder drogisterijen, recreatie-artikelen winkels, meubelzaken en consumentenelektronica winkels, een stijging van hun omzet gezien in mei 2023 ten opzichte van een jaar eerder. Aan de andere kant noteerden doe-het-zelfwinkels en kledingwinkels een daling van de omzet.
Het is belangrijk op te merken dat deze cijfers zijn gecorrigeerd voor de samenstelling van koopdagen in mei. Zonder deze correctie zou de omzet van de detailhandel zelfs 6,3 procent hoger zijn geweest dan in mei 2022.
Al met al wijzen de gegevens op een gemengd beeld, met een sterke omzetgroei in het licht van een dalend verkoopvolume. Dit roept vragen op over mogelijke prijsverhogingen en de langetermijngevolgen van deze trends voor de Nederlandse detailhandel.
