Vereniging Eigen Huis (VEH) heeft aangekondigd per direct te stoppen met het faciliteren van hulp bij spouwmuurisolatie voor haar leden. Deze beslissing komt voort uit zorgen over de effectiviteit van huidige inspectiemethoden voor de bescherming van bedreigde diersoorten zoals vleermuizen in spouwmuren.
De recente uitspraak van de Raad van State legt de verantwoordelijkheid bij isolatiebedrijven om grondig te controleren op de aanwezigheid van bedreigde diersoorten in spouwmuren. Volgens de Raad is een simpele camerainspectie ontoereikend; uitgebreide, langdurige monitoring op locatie is vereist.
Cindy Kremer, directeur van VEH, licht toe: “De kosten voor dergelijke natuurinspecties kunnen oplopen tot β¬5000, waardoor de totale kosten voor het isoleren van een gemiddelde woning verviervoudigen.” Deze extra kosten, in combinatie met de maandenlange vertraging door uitgebreide inspecties, dreigen de verduurzaming van woningen in Nederland te stagneren.
Piet-Jan Dijkstra van Venin, de branchevereniging voor isolatiebedrijven, wijst op de huidige onzekerheid in de sector: “We weten wat we nΓet mogen door de uitspraak van de Raad van State, maar er is geen duidelijke richtlijn over wat wel toegestaan is.” Dijkstra had eerder al zijn bezorgdheid geuit dat de doelstelling van het kabinet om tegen 2030 twee miljoen extra woningen te isoleren, in gevaar komt door deze strengere milieuregels.
Uit onderzoek blijkt dat de meerderheid van de huiseigenaren niet bereid is om op te draaien voor de verhoogde kosten. VEH dringt aan op meer betrokkenheid van gemeenten bij dit proces, zodat op wijkniveau kan worden beoordeeld wat de risico’s zijn voor de natuur. Oplossingen zoals het plaatsen van plastic klepjes om vleermuizen buiten te houden, kunnen dan gerichter worden toegepast.
Met de naderende winter en het risico op hogere energierekeningen, dringt de tijd voor een heldere oplossing die zowel de natuur beschermt als huiseigenaren ondersteunt in hun verduurzamingsdoelstellingen.