De voorlopige hechtenis van Nabil B., kroongetuige in het omvangrijke Marengo-proces, is vandaag door het hof onder voorwaarden geschorst. Het gaat om een tijdelijke maatregel, geen definitieve vrijlating. De persoonlijke omstandigheden van B. wogen zwaar mee in het besluit.
Acht jaar vast, ondanks afspraken
Het verzoek kwam niet onverwacht. Tijdens de zitting van 2 september 2025 vroeg zijn advocaat om opheffing of schorsing van de voorlopige hechtenis. De reden: B. zit inmiddels meer dan acht jaar vast. Terwijl er in 2017 een deal met de Staat werd gesloten die neerkwam op een netto straf van acht jaar, op voorwaarde dat hij openheid van zaken zou geven.
In februari 2024 legde de rechtbank hem tien jaar cel op, waarvan effectief acht jaar. Precies zoals afgesproken.
Reactie van het Openbaar Ministerie
Het Openbaar Ministerie (OM) wees het verzoek tot volledige opheffing af, maar steunde wel de schorsing. Volgens de advocaat-generaal is het nakomen van afspraken cruciaal. “Anders dreigt de geloofwaardigheid van toekomstige deals met kroongetuigen te worden ondermijnd,” aldus het OM.
Daarmee speelde niet alleen het belang van B., maar ook het bredere belang van de Staat. Wanneer toezeggingen niet worden nagekomen, kan dat toekomstige zaken met kroongetuigen onder druk zetten.
Het oordeel van het hof
Het hof besloot de voorlopige hechtenis niet volledig op te heffen, maar onder voorwaarden te schorsen. Dat houdt in dat B. voorlopig in vrijheid zijn hoger beroep mag afwachten. Houdt hij zich niet aan de afspraken, dan kan het hof de schorsing intrekken en kan het OM alsnog een hogere straf eisen.
Bijzondere omstandigheden
De persoonlijke situatie van B. gaf extra gewicht aan de zaak. Sinds 2017 zit hij onafgebroken in voorlopige hechtenis. In die periode verloor hij drie naasten: zijn broer, zijn advocaat en zijn vertrouwenspersoon werden vermoord. Volgens het hof is dit niet los te zien van zijn detentie en vormt het een bijzondere omstandigheid.
Een korte constatering: acht jaar detentie, drie naasten verloren.
Vertrouwen en verwachtingen
Vanaf het begin is duidelijk gemaakt dat de straf voor B. zou neerkomen op acht jaar. Dat perspectief werd hem niet alleen in de deal voorgehouden, maar ook door de officier van justitie bevestigd bij de rechtbank. Het hof stelt dat dit vertrouwen zwaar weegt in de beoordeling.
Toch benadrukten de rechters dat dit geen garantie biedt voor de toekomst. De uiteindelijke strafoplegging in hoger beroep moet nog volgen.
Geen definitieve uitspraak
De beslissing van vandaag markeert een belangrijk moment in het Marengo-proces, maar is nadrukkelijk geen eindpunt. Het hof benadrukt dat pas in een later stadium duidelijk wordt welke straf uiteindelijk passend wordt geacht.
bron: rechtspraak
