De rechtbank Oost-Brabant heeft twee mannen veroordeeld tot achttien jaar cel voor hun betrokkenheid bij een dodelijke schietpartij in Oss. De twee veroordeelden, een 28-jarige en een 27-jarige man, zijn verantwoordelijk gesteld voor de dood van een 23-jarige man uit dezelfde stad. Twee andere verdachten, van 25 en 28 jaar, zijn vrijgesproken wegens onvoldoende bewijs.
Conflict in het drugsmilieu escaleert
De schietpartij vond plaats op 14 april 2022 en was het resultaat van een langer lopend conflict in het drugsmilieu. Op die dag kwam het tot een confrontatie tussen het slachtoffer en de 28-jarige verdachte, waarbij de jongeman een klap zou hebben uitgedeeld. De verdachte schakelde vervolgens zes bekenden in, waarna zij zich verzamelden bij een garage. Gewapend met een vuurwapen, mes, koevoet en boor vertrokken zij in twee auto’s richting de woning van het slachtoffer.
Op een parkeerterrein troffen ze het slachtoffer aan terwijl hij met zijn vader op een scooter reed. De vier verdachten stapten uit en openden het vuur. De jongeman werd vijf keer geraakt, waarbij het laatste schot als een executieschot werd beschouwd.
Onenigheid over de schutter
Tijdens de rechtszaak ontkenden de drie verschenen verdachten hun betrokkenheid of wezen ze naar de voortvluchtige 27-jarige verdachte als de schutter. Zowel de advocaten als het Openbaar Ministerie stelden dat hij degene was die de fatale schoten loste.
Hoewel de rechtbank aanwijzingen zag voor deze lezing, kon niet worden uitgesloten dat de 28-jarige verdachte verantwoordelijk was. Hij had immers het vuurwapen bij zich en werd door de vader van het slachtoffer aangewezen als de schutter. De rechtbank oordeelde echter dat de precieze schutter niet doorslaggevend was voor de veroordeling: beide mannen waren zich bewust van de aanwezigheid van een vuurwapen en accepteerden het risico dat het gebruikt zou worden.
Vrijspraak voor twee verdachten
De 25-jarige en 28-jarige medeverdachten werden vrijgesproken wegens gebrek aan bewijs. De rechtbank had ernstige twijfels bij de verklaring van een van hen, die beweerde niets te weten van het vuurwapen. Toch kon niet worden vastgesteld dat hij hier wél van op de hoogte was. Daarnaast bleek niet dat beide mannen na het eerste schot voldoende tijd hadden om zich bewust te worden van de situatie en zich daarvan te distantiëren. Daarom achtte de rechtbank hen niet medeverantwoordelijk voor de moord.
Liquidatie met grote impact
Volgens de rechtbank was sprake van een brute moord die diepe sporen heeft nagelaten bij de nabestaanden. De schietpartij vond plaats op een openbare parkeerplaats in een woonwijk, op klaarlichte dag. Er waren omstanders aanwezig, waaronder spelende kinderen en voorbijgangers, wat de schok in de gemeenschap vergrootte.
Celstraffen en schadevergoeding
Het Openbaar Ministerie had twintig jaar cel geëist en sprak van ‘vol opzet’ – een vooropgezet plan om het slachtoffer te doden. De rechtbank oordeelde echter dat er geen bewijs was voor een dergelijk plan, maar wél voor ‘voorwaardelijk opzet’. Dit betekent dat de verdachten wisten dat de kans groot was dat het vuurwapen gebruikt zou worden en dat dit tot de dood van het slachtoffer kon leiden.
De twee veroordeelden kregen elk een gevangenisstraf van achttien jaar opgelegd. Daarnaast moeten zij een schadevergoeding van in totaal ruim 117.000 euro betalen aan de nabestaanden van het slachtoffer.
Bron: rechtspraak