In deze blog behandelen we de vijf principes van API-first softwareontwikkeling. Maar dat kan niet zonder eerst uit te leggen wat API eigenlijk betekent. Een application programming interface (API) is technologie die twee applicaties in staat stelt om gegevens en functionaliteit uit te wisselen.
API’s zijn overal – ook als je ze niet ziet. Google deelt zijn kaart- navigatie- en lokale data via API’s, OpenWeatherMap biedt zo hyperlocale neerslaggegevens van minuut tot minuut voor diverse toepassingen en websites en Facebook biedt ontwikkelaars de mogelijkheid om voor mobile sociale connecties en profielinformatie te integreren
API-First betekent dat alle services, zowel intern als extern, volledig API-gestuurd zijn. API’s standaardiseren de communicatie tussen services. Dat doen ze door te zorgen voor een contractuele overeenkomst over welke gegevens worden verzonden en ontvangen en in welk formaat. Dit betekent dat met veranderingen van services de onderliggende functionaliteit volledig en onafhankelijk kan worden aangepast.
Stel dat je een b2b webshop hebt en een bepaalde CMS – laten we zeggen WordPress – of bepaald CRM – laten we zeggen HubSpot wilt integreren met het Commerce Platform van Propeller. Met onze API-fist benadering op basis van GraphQL versnel je het ontwikkel- en innovatieproces, omdat API’s modulair en herbruikbaar zijn. Dat betekent dat je met een Headless platform direct kan anticiperen op veranderende markten en jouw zakelijke opportunities. Bovendien speel je zo eenvoudig in op nieuwe technische vereisten. Zo biedt je uitstekende gebruikerservaringen zonder de technologie van de grond af aan op te bouwen.
API-first is dus een benadering van software design waarbij de API centraal staat. Het moet mogelijk zijn om elke actie uit te voeren via de scripttaal en elk stukje functionaliteit moet beschikbaar zijn voor andere systemen om te gebruiken.
Maar de definitie vervaagt. Wanneer ontwikkelaars zeggen dat ze API-first zijn, bedoelen ze vaak alleen dat API’s belangrijk zijn, maar niet fundamenteel. Met zo veel ontwikkelaars die de term API-first (deels) onjuist gebruiken, kan het moeilijk zijn om te weten welke producten echt API-first zijn en welke niet. Daarom zetten we de vijf kernprincipes van een API-first ontwikkelaanpak voor je op een rij:
1. Jouw API is een product
Wanneer een bedrijf een product bouwt, moet het voldoen aan industriestandaarden. Voor API’s betekent dit dat er fundamentele softwareontwerp- en ontwikkelingscycli aan ten grondslag moeten liggen. Productontwikkeling omvat design en specificaties vooraf, peer programming, ondersteuning van programmeertalen die passen bij de doelstellingen van de API, de keuze tussen cloud en on-site, testen en gebruikersonderzoek.
2. Fundamenteel design, geen ad hoc aanpassingen
API-first ontwerp vereist dat ontwikkelaars vanaf het allereerste begin nadenken over API’s. Er zijn echter maar weinig mensen die met een schone lei aan de slag kunnen. Vaak zullen softwarebedrijven proberen om een API-first aanpak te hanteren nadat ze een product hebben gebouwd. Meestal betekent dit API’s toevoegen aan een bestaand platform. Dit kan weliswaar de automatisering verhogen en de onderliggende functionaliteit verbeteren, maar het is geen API-first benadering.
API-first ontwikkeling behandelt API’s als de basis. In plaats van kant-en-klare softwareoplossingen of -ervaringen, zorgt het ervoor dat alle functionaliteit van een platform toegankelijk is via de API’s.
3. Teamwork en impact
Het bereiken van een API-first omgeving vereist sterk leiderschap van een product manager die zowel kennis heeft van API’s als is uitgerust met voldoende technische vaardigheden. Het vereist ook bekwame ontwikkelaars. Hoewel ontwikkelaars geweldig zijn in het leveren van uitzonderlijke eindgebruikerservaringen, is het creëren van een geweldige developerservaring (DX) een heel andere vaardigheid. Er is een klantsuccesfunctie nodig om te helpen met de implementatie en ondersteuning om lopende vragen en feedback van gebruikers te beantwoorden.
4. API-first ondersteunt microservices
In softwareontwikkeling is een enorme drang naar herbruikbaarheid gaande. Net zoals autofabrikanten generieke onderdelen gebruiken, stappen bedrijven af van alles-in-één platformen en stappen ze over op herbruikbare componenten voor bijvoorbeeld voorraadbeheer, kassa en orderafhandeling. Omdat die componenten met elkaar moeten communiceren, kun je geen microservices hebben zonder API’s. Bouwen met een API-first benadering zorgt ervoor dat andere ontwikkelaars jouw API’s gemakkelijk kunnen integreren in die van hen.
5. Het API-contract
Door open en toegankelijke API’s te maken, kunnen bedrijven functionaliteit gemakkelijk hergebruiken, opnieuw inzetten en delen. Maar dat is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Een consistente API-beschrijvingstaal, waarbij er een contract wordt opgesteld waarin staat hoe een API zich dient te gedragen, biedt uitkomst. Hierbij wordt er veel tijd besteed aan het nadenken over het ontwerp van een API en dit brengt vaak extra planning en samenwerking met zich mee.
Overstappen op API-first ontwikkeling is dus niet even een schakelaar omzetten. Je moet je hele benadering van productontwerp en architectuur heroverwegen en opnieuw beoordelen. Als je dat doet, heb je de beste kans op succes en ontgrendel je alle voordelen van API-first ontwikkeling.
