Een 58-jarige inwoner van Den Haag is door de rechtbank veroordeeld tot een celstraf van 30 dagen, waarvan 10 dagen voorwaardelijk, vanwege het structureel bellen naar meerdere verzorgingstehuizen in de regio. Gedurende een periode van tien maanden pleegde hij bijna 2000 telefoontjes waarbij hij zweeg, hijgde of seksueel getinte opmerkingen maakte. De voorwaardelijke straf gaat gepaard met een proeftijd van twee jaar, waarin de man geen contact mag opnemen met de betrokken instellingen.
Onderzoek wijst op persoonlijk motief
Uit onderzoek van de politie bleek dat de verdachte verantwoordelijk was voor de telefoontjes richting zorginstellingen WZH en Florence. De oproepen werden geplaatst via zijn eigen telefoon en telefoonnummer. De man erkende tijdens het onderzoek dat hij deze oproepen zelf had gepleegd.
Een deel van zijn motivatie zou te maken hebben met onvrede over de zorg die zijn moeder kreeg in een instelling van WZH. De rechtbank noteerde 207 oproepen naar WZH tussen 10 februari en 4 april 2024 en 1619 telefoontjes naar Florence tussen mei en oktober 2024.
De verdachte probeerde tijdens het proces te verklaren dat zijn telefoon mogelijk gehackt was, maar deze uitleg werd door de rechtbank als onaannemelijk afgewezen. Volgens de rechters ontbreekt elke aanwijzing die deze stelling zou kunnen onderbouwen.
Geen belaging, wel verstoring van zorgprocessen
Hoewel er volgens de rechtbank geen sprake is van belaging—omdat niet is vastgesteld dat specifieke medewerkers systematisch persoonlijk zijn geraakt—wordt het gedrag als ernstig storend bestempeld. De verdachte heeft met zijn telefoontjes de bereikbaarheid van de zorginstellingen beperkt, het werk van medewerkers verstoord en bijgedragen aan een verminderde werkomgeving.
De rechtbank oordeelt dat een gevangenisstraf noodzakelijk is om herhaling te voorkomen. De opgelegde voorwaarden moeten bijdragen aan gedragsverandering. Naast het contactverbod wordt ook een behandeltraject ingesteld.
Bron: rechtspraak