In 2024 gingen bijna 93.000 werknemers met pensioen. De gemiddelde leeftijd waarop zij stopten met werken lag op 66 jaar en 1 maand. Vergeleken met het jaar ervoor is dat ruim twee maanden later. Deze stijging zet een trend voort die al twee decennia aan de gang is.
Gemiddelde pensioenleeftijd richting AOW-leeftijd
Sinds 2013 beweegt de gemiddelde pensioenleeftijd van werknemers nagenoeg mee met de verhogingen van de AOW-leeftijd. In 2024 steeg de AOW-leeftijd naar 67 jaar. Daarmee nam ook het aandeel werknemers dat met precies 67 jaar met pensioen ging flink toe: van 6 procent in 2023 naar 40 procent in 2024.
Minder werknemers met vroegpensioen
Waar in 2004 nog bijna 75 procent van de werknemers voor hun 62e met pensioen ging, is dat aandeel in 2024 gedaald tot onder de 5 procent. Deze verschuiving komt grotendeels door het verdwijnen van vroegpensioenregelingen na 2006. Tegenwoordig werkt een grote meerderheid tot minimaal 65 jaar: in 2024 was 77 procent van de gepensioneerden 65 jaar of ouder.
Sectoren verschillen sterk in pensioenleeftijd
Hoewel de algehele pensioenleeftijd is gestegen, zijn er verschillen tussen sectoren. Werknemers in het openbaar bestuur stopten in 2024 gemiddeld het vroegst, op 65,3 jaar. Ook in de zorg, de bouw en het onderwijs lagen de leeftijden onder het gemiddelde. Samen waren deze sectoren goed voor meer dan de helft van alle pensioneringen in 2024.
Aan de andere kant van het spectrum lagen sectoren zoals de overige dienstverlening en de landbouw. In de overige dienstverlening was de gemiddelde pensioenleeftijd zelfs 68,1 jaar, het hoogste van alle sectoren.
Vergelijking met eerdere jaren
De toename van de pensioenleeftijd is over de hele linie zichtbaar. In 2004 lag de gemiddelde pensioenleeftijd nog op 61 jaar. Inmiddels is dit opgelopen tot ruim 66 jaar. Die stijging van vijf jaar in twee decennia markeert een belangrijke verschuiving in de Nederlandse arbeidsmarkt, mede beïnvloed door beleidswijzigingen en demografische ontwikkelingen.
Bron: CBS