Het aantal meldingen van huiselijk geweld in Nederland is opnieuw toegenomen. In de eerste helft van 2025 ontving Veilig Thuis ruim 66.000 meldingen, tegenover 64.000 in dezelfde periode vorig jaar. Daarnaast gaven medewerkers 85.000 keer advies aan slachtoffers, omstanders of professionals โ een stijging van 10.000 ten opzichte van 2024.
Meer bewustwording en lagere drempel
Volgens Judith Kuypers, bestuurder van het Landelijk Netwerk Veilig Thuis, is de stijging grotendeels te verklaren door de toegenomen bekendheid van de organisatie. โOok is het bij meer mensen bekend dat je ook anoniem naar ons kunt bellen. Daardoor is de drempel lager om contact op te nemen.โ
Ze benadrukt dat meer aandacht voor slachtoffers belangrijk is, maar dat ook de plegers niet uit het oog mogen worden verloren. โJe wordt namelijk niet geboren als pleger,โ zegt ze. โVaak wordt het agressieve gedrag getriggerd door iets wat een onderliggend probleem kan zijn: financiรซle stress, middelengebruik, een scheiding of andere relatieproblemen.โ
De strijd om controle te herwinnen
Remco van Ierssel weet uit eigen ervaring wat het betekent om de controle te verliezen. Jarenlang kampte hij met agressieproblemen en volgde hij therapie. Toch ging het mis in zijn relatie met zijn partner, met wie hij twee kinderen heeft.
โIk heb haar pijn gedaan, letterlijk. Dat is iets waar ik me altijd schuldig over zal voelen.โ Om de situatie te herstellen legde hij zichzelf vrijwillig een gedeeltelijk huisverbod op: twee jaar lang woonde hij grotendeels elders. โDie rust en ruimte waren nodig om opnieuw te beginnen.โ
Vrijwillige hulp werkt beter
Volgens Katinka Lรผnnemann van het Verwey-Jonker Instituut zijn vooral plegers die zelf hulp zoeken goed te begeleiden. โDie mensen zijn zich bewust van het probleem en zoeken een oplossing.โ Toch is er ook een groep die hun eigen gedrag niet onder ogen wil zien. โZij vragen vaak ook niet zelf om hulp,โ zegt ze.
Ervaringsdeskundigen verlagen de drempel
De inzet van ervaringsdeskundigen kan volgens Kuypers helpen om deze groep te bereiken. โWe merken dat het de drempel naar hulpverlening voor plegers van huiselijk geweld verlaagt,โ zegt ze. โDoor ervaringsdeskundigen in te zetten voelen plegers zich eerder begrepen.โ
Ook Van Ierssel bevestigt dat uit eigen ervaring. Hij volgde jarenlang trajecten en groepstherapie, maar miste daarna steun. Daarom richtte hij samen met anderen de groep โMannen tegen Agressieโ op. โWe zijn begonnen met zโn tweeรซn, nu is het een stabiele groep van zes tot acht mannen. Geen hulpverleners, geen oordelen. We delen ervaringen en spreken elkaar aan op gedrag. Dat zorgt voor vertrouwen.โ
Noodzaak voor betere samenwerking
Volgens Lรผnnemann is de Nederlandse aanpak van huiselijk geweld nog te versnipperd. โEr moet meer worden samengewerkt tussen instanties. De focus op de pleger is belangrijk, maar we moeten de partner en de kinderen niet vergeten. Het is belangrijk dat zij weten bij wie ze moeten zijn voor hulp.โ
Uit een recent rapport van de Raad van Europa blijkt eveneens dat het beleid per gemeente sterk verschilt.
Herstel en vertrouwen
Van Ierssel en zijn partner werken inmiddels samen aan herstel. โIk ben niet alleen aan mezelf gaan werken, maar we zijn ook samen aan de slag gegaan. We hebben veel gepraat en langzaam begon zij mij weer te vertrouwen.โ
De relatie is hersteld en het gezin woont weer samen. โWe hebben nog steeds weleens ruzie, maar als de gemoederen hoog oplopen nemen we een pauze. Even koffiedrinken en een sigaretje roken. Als we gekalmeerd zijn pakken we het gesprek weer op.โ
Bron: NOS


