In Zutphen is maandag een 63-jarige man terechtgestaan op verdenking van moord in een van de oudste coldcases van Nederland. De zaak draait om het verdwijnen van Duncan Zwakke, die in oktober 1989 als 31-jarige voor het laatst werd gezien in het centrum van de stad.
Geen lichaam, wel vervolging
Hoewel er nooit een lichaam is gevonden, stelt het Openbaar Ministerie (OM) dat er voldoende bewijs is om tot vervolging over te gaan. De aanklager benadrukte in de rechtszaal dat vervolging zonder stoffelijk overschot vandaag de dag mogelijk is, iets wat in 1989 nog niet gebruikelijk was.
Getuigenverklaring als sleutelstuk
Centraal in de bewijsvoering staat een verklaring uit november 1989. Een getuige verklaarde toen dat de verdachte hem had verteld hoe Zwakke zou zijn omgebracht in een kelderruimte. Volgens deze verklaring zou het lichaam met behulp van een gehaktmolen zijn vernietigd, een apparaat dat destijds in allerijl door de verdachte zou zijn besteld.
Onderzoek bevestigt details
Ondersteunend aan de verklaring zijn er meerdere elementen uit het politieonderzoek. Zo bleek de verdachte over een vuurwapen te beschikken, had hij de gehaktmolen besteld en werd een ladder in de kelderruimte ingekort – mogelijk om sporen te wissen. Ook meerdere andere getuigen hebben destijds soortgelijke verklaringen afgelegd.
OM sluit andere scenario’s uit
Volgens justitie zijn alternatieve verklaringen, zoals vrijwillige verdwijning of suïcide, niet aannemelijk. Zwakke had volgens het OM concrete toekomstplannen en was bezig met een verhuizing. De verdachte zou als laatste met hem zijn gezien en heeft volgens het OM geen geloofwaardig alibi.
Strafeis: 12 jaar cel
Hoewel moordzaken tegenwoordig vaak leiden tot hogere straffen, baseert het OM de strafeis op het strafklimaat van eind jaren tachtig. Daarom is een gevangenisstraf van twaalf jaar geëist.
De zaak werd eerder geseponeerd wegens gebrek aan bewijs, maar is heropend na toestemming van de rechter-commissaris. De inhoudelijke behandeling vindt nu alsnog plaats.
Bron: OM