De politie heeft fouten gemaakt in de aanloop naar de dubbele moord in het Drentse Weiteveen in januari vorig jaar. Dit blijkt uit een intern evaluatierapport. Cruciale risico’s werden onderschat, een wapenvergunning werd niet ingetrokken en talloze meldingen werden niet aan elkaar gekoppeld.
Escalatie van een conflict
Op 16 januari 2024 werden twee personen doodgeschoten in een conflict over de verkoop van een ouderlijk huis. Verdachte Richard K. had een langdurige ruzie met de slachtoffers over gebreken aan het pand. Eerst werd de 44-jarige Ineke in haar auto voor de woning gedood, waarna haar partner, de 38-jarige Sam, in het huis werd neergeschoten. Hun 12-jarige zoon was hiervan getuige.
Politie erkent tekortkomingen
Politiechef Martin Sitalsing van de Eenheid Noord-Nederland geeft toe dat de politie tekort is geschoten. “Dat vind ik bijzonder pijnlijk en dat betreur ik,” reageert hij bij RTV Drenthe. De politie had tientallen meldingen ontvangen over intimidatie, smaad en bedreiging, maar deze niet als één samenhangend geheel beoordeeld.
Informatie niet goed verwerkt
Uit het rapport blijkt dat verschillende afdelingen te weinig samenwerkten en dat belangrijke informatie niet of onvolledig werd genoteerd. “Elke afdeling legt iets op zijn manier vast. Sommigen leggen helemaal niets vast. Al die signalen zijn nooit bij elkaar gebracht en daar is vervolgens ook geen regie op gevoerd als het gaat om het inschatten van risico’s,” aldus Sitalsing.
Slachtofferadvocaat Sébas Diekstra, die de nabestaanden van Ineke bijstaat, vindt het goed dat de politie fouten erkent. “Maar het beeld dat niemand dit zag aankomen, klopt simpelweg niet. De vader van Ineke waarschuwde herhaaldelijk, zelfs bij een chef binnen de politie,” zegt Diekstra.
“Hij wees erop dat de verdachte wapens had en vreesde een escalatie precies zoals die uiteindelijk is gebeurd. In een van zijn eerste berichten schreef hij zelfs: ‘Als dit niet opgelost wordt op korte termijn en het gaat echt mis’. Toch werd er niets mee gedaan.”
Wapenvergunning bleef behouden
Richard K. had sinds 2004 een jachtwapenvergunning. In 2023 meldde zijn vriendin bij de politie dat hij kampte met een hersenaandoening die tot overprikkeling kon leiden. De politie plaatste hem op een lijst voor bijzondere gevallen, maar ondernam geen verdere actie. Een agent die K. bezocht, was niet op de hoogte van zijn wapenvergunning en stelde hier geen vragen over. Een andere agent, verantwoordelijk voor wapenvergunningen, kreeg geen contact met hem. “Er werd verder geen actie ondernomen,” aldus het rapport.
Onvoldoende prioriteit
Tegen K. waren meerdere aangiftes gedaan, maar een deel kreeg geen vervolg. “Dat wordt samen met het Openbaar Ministerie beoordeeld. Toen is besloten dat het onvoldoende prioriteit had of dat er geen strafrechtelijke vervolging mogelijk was,” aldus de politiechef. “Maar pas in de optelsom zie je hoe ernstig de situatie was.”
Stalking niet erkend
Slachtoffers probeerden aangifte te doen van stalking, maar deze werd niet expliciet als zodanig geregistreerd. “Bij stalking draait het meestal om ex-partners, beroemde personen of bijzonder obsessieve gevallen. In dit geval was er sprake van een intens conflict over een woning, waarbij mensen van alles naar elkaars hoofd slingeren. Het aspect van stalking was in deze situatie moeilijker te herkennen.”
Geen zorgmelding gedaan
Ondanks meerdere meldingen over de veiligheid van kinderen die bij de situatie betrokken waren, werd er geen officiële zorgmelding gedaan. Volgens het rapport had dat wél moeten gebeuren.
Aanbevelingen voor verbetering
De politie concludeert dat incidenten sneller in een breder verband moeten worden geplaatst. Daarnaast moet de registratie van informatie worden verbeterd en moet er nauwer worden samengewerkt met externe instanties zoals het Openbaar Ministerie en de gemeente.
Op 12 en 13 februari wordt de zaak inhoudelijk behandeld in de rechtbank van Assen. Richard K. heeft bekend schuldig te zijn aan de moorden.
Bron: NOS