De consumentenprijzen lagen in juni 2025 gemiddeld 3,1 procent hoger dan in dezelfde maand een jaar eerder. Dat blijkt uit de zogeheten snelle raming van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Een maand eerder was de inflatie nog 3,3 procent.
Deze raming is gebaseerd op een eerste, nog onvolledige set prijsgegevens. De definitieve cijfers over juni worden op 8 juli gepubliceerd.
Weinig prijsverandering ten opzichte van mei
Ten opzichte van mei is het gemiddelde prijsniveau in juni nauwelijks veranderd. Daarbij moet rekening worden gehouden met seizoensinvloeden, zoals vakanties. Denk bijvoorbeeld aan hogere prijzen voor vliegtickets in de zomerperiode. Dergelijke fluctuaties worden meestal niet als structurele prijsstijgingen gezien.
Inflatieverschillen per productgroep
Uit de snelle raming blijkt dat de inflatie binnen productgroepen sterk uiteenloopt. Voedingsmiddelen, dranken en tabak stegen met 4,6 procent in prijs ten opzichte van een jaar eerder, terwijl dit in mei nog 7,1 procent was. Ook diensten werden duurder: een stijging van 4,4 procent, tegenover 3,8 procent in de maand ervoor.
De prijsontwikkeling van industriële goederen exclusief energie kwam in juni uit op 0,6 procent, net als de categorie energie inclusief motorbrandstoffen. De energieprijzen lagen in mei nog lager dan een jaar eerder.
Europees inflatiecijfer iets lager
Naast de CPI brengt het CBS ook inflatiecijfers uit op basis van de Europees geharmoniseerde consumentenprijsindex (HICP). Volgens deze HICP bedroeg de inflatie in juni 2,8 procent, iets lager dan de 2,9 procent in mei.
Een belangrijk verschil is dat de HICP geen rekening houdt met de kosten van wonen in een koopwoning, terwijl de Nederlandse CPI dat wel doet via de ontwikkeling van de huren.
De definitieve inflatiecijfers over juni 2025, inclusief uitsplitsingen per categorie, volgen op 8 juli.
Bron: CBS