In 2024 werd in Nederland voor circa 280 miljoen euro aan schade gemeld als gevolg van extreem weer. Dat is fors minder dan een jaar eerder, toen de schadepost ruim 413 miljoen bedroeg. Dat blijkt uit de Klimaatschademonitor van het Verbond van Verzekeraars.
Minder stormen en hagelbuien dan voorgaand jaar
De daling van de totale schade is grotendeels toe te schrijven aan het uitblijven van zware hagelbuien en minder stormactiviteit. In tegenstelling tot 2023 bleef het aantal grote weersincidenten beperkt, wat resulteerde in een lagere schadeomvang.
Toch blijft vooral de zomer een risicoperiode. Volgens het KNMI komt de meeste weerschade voor tijdens de warmere maanden. Warmere lucht houdt meer vocht vast, waardoor zomerse regenbuien intensiever zijn. Wanneer die buien bovendien langzaam overtrekken, kan dat leiden tot ernstige wateroverlast.
Een concreet voorbeeld daarvan deed zich voor in Enschede in de zomer van 2024. Een zware regenbui zorgde daar voor zoveel schade dat vijftig woningen tijdelijk onbewoonbaar werden verklaard.
Grote hagelstenen en omvallende bomen
Naast wateroverlast spelen ook andere zomerse weersverschijnselen een rol. Hagelstenen kunnen in de zomermaanden groter worden door de hogere temperaturen. En wanneer bomen in blad staan, vangen ze meer wind, wat het risico op schade door omvallende of afbrekende bomen vergroot.
Belang van klimaatbestendige maatregelen
Het KNMI waarschuwt dat de kans op extreem weer door klimaatverandering verder zal toenemen. Zware regenbuien, forse windstoten en grotere hagelstenen kunnen in de toekomst vaker voorkomen.
Richard Weurding, directeur van het Verbond van Verzekeraars, onderstreept het belang van aanpassing: “Klimaatadaptief bouwen is belangrijk om bijvoorbeeld grote buien, die zeer lokaal kunnen neerkomen, aan te kunnen.”
Om schade te beperken, werken verzekeraars samen met overheden en belangenorganisaties aan preventieve maatregelen, zoals vroegtijdige waarschuwingen bij voorspeld extreem weer.
Bron: NOS