In 2024 is het opgestelde vermogen van zonnepanelen in Nederland gestegen naar 28,6 gigawattpiek. Daarmee was er sprake van een verdere toename, zij het minder sterk dan in voorgaande jaren. Het merendeel van dit nieuwe vermogen werd gerealiseerd door bedrijven. Dat blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS.
Aandeel bedrijven in groeiende zonnepaneelcapaciteit
Van de totale groei van het paneelvermogen in 2024 werd 70 procent bij bedrijven geplaatst en 30 procent bij woningen. Hiermee ligt het aandeel bedrijven fors hoger dan in 2023, toen de groei nog gelijk verdeeld was over huishoudens en het bedrijfsleven. Aan het einde van 2024 lag bijna 60 procent van het totale zonnepaneelvermogen bij bedrijven.
Omvormervermogen blijft achter bij paneelcapaciteit
Naast het paneelvermogen houdt het CBS nu ook het omvormervermogen bij. Een omvormer zet zonne-energie om in bruikbare elektriciteit. In 2024 bedroeg het totale omvormervermogen 25,6 gigawatt, lager dan het totale paneelvermogen. Hierdoor ligt de daadwerkelijke energieopbrengst lager dan de capaciteit op basis van de panelen doet vermoeden.
Gemiddeld is het omvormervermogen bij bedrijven 87 procent van het paneelvermogen, tegenover 93 procent bij woningen. Aan het eind van het jaar lag bijna 58 procent van het omvormervermogen bij bedrijven.
Regionale verschillen in paneelvermogen per woning
Gemiddeld lag het paneelvermogen per woning eind 2024 op 1,4 kilowattpiek, inclusief huishoudens zonder panelen. In vrijwel alle gemeenten ligt dit gemiddelde boven de 1 kilowattpiek. In ongeveer 40 procent van de gemeenten is zelfs meer dan 2 kilowattpiek per woning geplaatst.
De gemeente Rozendaal voert de lijst aan met een gemiddeld paneelvermogen van 2,82 kilowattpiek per woning. Ook in Boekel en Someren ligt dit boven de 2,7 kilowattpiek.