In 2024 voerden Deloitte, het Nibud en wetenschappers van Tilburg University en Universiteit Leiden voor de vierde keer gezamenlijk onderzoek uit naar de financiële gezondheid van Nederlandse huishoudens. De studie geeft inzicht in de samenhang tussen inkomen, uitgaven, sparen, lenen en financiële planning. Hoewel er een lichte verbetering zichtbaar is, verkeert nog altijd 47% van de huishoudens in een financieel kwetsbare of ongezonde positie.
Jongvolwassenen onder druk
Vooral jongvolwassenen staan er financieel slecht voor. Het aandeel financieel gezonde huishoudens binnen deze groep daalde van 18% in 2023 naar 12% in 2024. Veel jongvolwassenen verdienen minder dan het modale inkomen en kampen met hoge woonlasten. De druk op deze groep neemt toe, met als gevolg dat schulden toenemen en bijna één op de vier zich machteloos voelt over de eigen financiële situatie.
Fulltime werk vergroot financiële stabiliteit
Er is een duidelijk verband tussen het aantal gewerkte uren en financiële gezondheid. Personen met een fulltime baan blijken financieel stabieler: 38% van hen bevindt zich in een gezonde financiële positie, oplopend tot 42% bij werkweken van meer dan 40 uur. Onder parttimers is dit aandeel aanzienlijk lager, zeker bij degenen die 12 tot 20 uur per week werken. Keuzes rondom werkuren blijken sterk beïnvloed te worden door het evenwicht tussen werk en privé, maar ook door het salarisniveau.
Positieve ontwikkeling bij vrouwen
De financiële positie van vrouwen laat een positieve ontwikkeling zien. Het aandeel vrouwen met een financieel ongezonde situatie is gedaald van 32% naar 25%. Hoewel dit een stap in de goede richting is, bevinden vrouwen zich nog steeds vaker in lagere financiële gezondheidsniveaus dan mannen.
Aandacht blijft nodig
Het onderzoek onderstreept dat ondanks enkele verbeteringen, brede groepen binnen de samenleving kwetsbaar blijven. Inzicht in de factoren die bijdragen aan financiële gezondheid is essentieel om gerichte maatregelen te nemen. Structurele verbeteringen vereisen samenwerking van beleidsmakers, werkgevers en maatschappelijke organisaties.