“Niemand helpt ons. Niemand”, klinkt het wanhopig vanuit een slechte verbinding met Amarapura, een buitenwijk van Mandalay. De bewoner, Ko Nyan, vertelt hoe hij en zijn familie de zware aardbeving van vrijdag overleefden doordat ze op het moment van de schokken toevallig buiten waren. “Maar ik ben niet thuis. Ons huis is niet meer veilig. 85 procent van de huizen in de stad is kapot”, vertelt hij.
Hoewel op televisiebeelden te zien is dat reddingswerkers actief zijn in Mandalay, laat de hulp in Amarapura nog op zich wachten. “De overheid werkt niet”, zegt Ko Nyan. Volgens hem is de situatie kritiek, maar lijkt er weinig hulp te komen.
Land in crisis na jarenlange burgeroorlog
Myanmar bevindt zich al meer dan vier jaar in een burgeroorlog. Naast miljoenen binnenlandse vluchtelingen is ook veel infrastructuur verwoest. De economie is fragiel, en het militaire bewind controleert slechts een deel van het land. Deze factoren maken het land uiterst kwetsbaar voor natuurrampen van deze omvang.
Volgens experts is het regime slecht toegerust om noodhulp te organiseren. Door de beperkte controle over het grondgebied en het gebrek aan internationale samenwerking verloopt de hulpverlening moeizaam.
Alleen bondgenoten welkom met hulp
Ondanks de gebruikelijke terughoudendheid tegenover buitenlandse inmenging, heeft het leger deze keer internationale hulp toegestaan – maar alleen van bevriende landen. China stuurde medische reddingswerkers, Thailand levert militaire ondersteuning, en India bracht voedsel en noodvoorzieningen.
Ook Singapore en Japan hebben hulp toegezegd. Toch vinden internationale hulporganisaties het lastig om actief te worden. De situatie ter plaatse is ondoorzichtig en wordt bemoeilijkt door de controle van het leger. “We hebben water, voedsel en medicijnen nodig”, zegt Ko. “De situatie is echt verschrikkelijk.”
Aantal slachtoffers loopt waarschijnlijk op
Volgens berichten uit lokale media zijn de crematoria overbelast. Een bron meldt aan Myanmar Now: “Gisteren hebben we 300 mensen gecremeerd. Vandaag al 200.” Hoewel het officiële dodental rond de 1700 ligt, zijn er aanwijzingen dat het werkelijke aantal hoger ligt.
Pers krijgt nauwelijks toegang tot rampgebied
Journalisten proberen toegang te krijgen tot Myanmar om verslag te doen van de situatie. In Bangkok verzamelen zich verslaggevers bij de ambassade, in de hoop een visum te krijgen. Maar velen verwachten een afwijzing, aangezien het regime zelden buitenstaanders toelaat, ongeacht de situatie.
Ondertussen gaat het geweld in het land door. Hoewel een van de grootste verzetsgroepen tijdelijk een staakt-het-vuren heeft afgekondigd, meldt de BBC dat het leger ook na de aardbeving luchtaanvallen heeft uitgevoerd.
“Ze zijn het leger, ze hebben wapens, ze vechten”, zegt Ko Nyan. “Ze houden zich alleen maar met de burgeroorlog bezig.”
Bron: NOS