Een federale rechtbank in New York heeft een streep gezet door het besluit van voormalig president Donald Trump om hoge importheffingen in te voeren. Volgens de rechter heeft hij met dit plan zijn bevoegdheden overschreden. De uitspraak komt voort uit een rechtszaak die is aangespannen door vijf kleinere bedrijven die producten importeren uit landen die getroffen zouden worden door de heffingen.
Geen sprake van uitzonderlijke nood
Trump baseerde zijn besluit op een wet uit 1977 die de president toestaat om economische maatregelen te nemen bij een nationale noodsituatie. Volgens hem is het chronische handelstekort van de Verenigde Staten zo’n situatie. De rechtbank oordeelde echter dat er geen sprake is van een acute dreiging. “Omdat de VS al 49 jaar een handelstekort heeft met de rest van de wereld, is er geen sprake van een acute noodsituatie,” aldus de rechter.
Daarmee mocht Trump het Amerikaanse Congres niet passeren in zijn besluitvorming. De rechtbank benadrukte dat deze bevoegdheid niet eenzijdig door de president mag worden ingezet bij langdurige economische situaties.
Gevolgen voor internationale handel
De importheffingen hadden geleid tot wereldwijde spanningen op de financiële markten. Veel maatregelen waren inmiddels uitgesteld of afgezwakt na kritiek uit binnen- en buitenland. De eerder ingevoerde heffingen op onder meer staal, aluminium, auto’s en Chinese producten blijven vooralsnog van kracht.
De zaak staat niet op zichzelf. Naast deze procedure lopen nog andere rechtszaken die het handelsbeleid van de regering-Trump ter discussie stellen. De uitspraak kan daarmee mogelijk verdere invloed hebben op het Amerikaanse economische beleid.
Bron: NOS; foto: https://creativecommons.org/licenses/by-sa/2.0/deed.en; Gage Skidmore from Surprise, AZ, United States of America