De productie van de Nederlandse industrie is in december met 4,4 procent afgenomen ten opzichte van dezelfde maand in 2023, zo meldt het CBS. Dit markeert de achttiende achtereenvolgende maand van krimp in de sector.
Productieafname in meerdere sectoren
Meer dan de helft van de industriële bedrijfsklassen produceerde in december minder dan een jaar eerder. De transportmiddelenindustrie noteerde de grootste daling binnen de acht grootste industriële sectoren. Daarentegen kende de reparatie- en installatiesector van machines juist de sterkste groei.
Productiedaling op korte termijn
Voor een beter inzicht in de kortetermijnontwikkeling wordt gekeken naar cijfers die zijn gecorrigeerd voor seizoen- en kalendereffecten. Hieruit blijkt dat de productie tussen november en december met 1,0 procent is afgenomen. Dergelijke schommelingen zijn gebruikelijk, met periodes van stijging en daling die elkaar snel opvolgen. De industrie bereikte in mei 2020 een dieptepunt, waarna een groeiperiode volgde tot mei 2022. Sindsdien is de trend weer dalend.
Negatief sentiment onder producenten
In januari waren industriële producenten even negatief als in december. Hoewel fabrikanten minder pessimistisch waren over hun orderportefeuille, waren ze minder optimistisch over de verwachte bedrijvigheid en negatiever over hun voorraad gereed product.
Duitse industrie toont ook krimp
Duitsland, een belangrijke exportmarkt voor de Nederlandse industrie, zag in december eveneens een daling van de productie. Volgens cijfers van Eurostat en Destatis lag de kalendergecorrigeerde productie van de Duitse industrie 4,0 procent lager dan een jaar eerder en daalde deze met 3,3 procent ten opzichte van november.
Bron: CBS