Ondanks langdurige onderhandelingen binnen de coalitiepartijen PVV, VVD, NSC en BBB, heeft het kabinet vandaag de nieuwe plannen voor het klimaatbeleid bekendgemaakt. Eerder waren al delen van het pakket uitgelekt. Volgens minister Hermans van Klimaat en Groene Groei (VVD) is het plan gericht op “realistisch vooruitkijken”. De maatregelen moeten bijdragen aan een duurzamere economie, het betaalbaar houden van energie en het verminderen van de afhankelijkheid van buitenlandse energieleveranciers.
Elektrisch rijden en motorrijtuigenbelasting aangepast
Elektrisch rijden wordt de komende jaren aantrekkelijker gemaakt. Zo wordt de motorrijtuigenbelasting voor elektrische voertuigen aangepast. Omdat deze auto’s vaak zwaarder zijn door de accu, wordt een gewichtscorrectie toegepast. Op termijn wordt de belasting bovendien gebaseerd op het oppervlak van voertuigen in plaats van hun gewicht. Voor werkgevers komt er een financieel voordeel bij het leasen van elektrische auto’s voor personeel. Daarnaast is de aanleg van extra laadplekken langs snelwegen onderdeel van de plannen.
Uitbreiding van het stroomnet
Een belangrijk knelpunt in de energietransitie is de capaciteit van het stroomnet. Elektriciteit is schoner dan fossiele brandstoffen, maar een overbelast net belemmert bedrijven om over te stappen op duurzame energie. Het kabinet wil daarom een noodplan opzetten om het stroomnet verder uit te breiden. Dit omvat het inzetten van extra experts die regionaal advies geven over uitbreidingsmogelijkheden, het creëren van meer opslagcapaciteit voor duurzame energie en het stimuleren van energiebesparing bij bedrijven. Voor deze plannen is de komende jaren een budget van meerdere miljarden euro’s gereserveerd.
CO2-besparing en haalbaarheid klimaatdoelen
Een woordvoerder van het ministerie van Klimaat en Groene Groei geeft aan dat met het huidige pakket naar verwachting ongeveer 10 megaton CO2-uitstoot kan worden bespaard. Minister Hermans stelt dat hiermee de klimaatdoelen “binnen bereik” komen. Toch zetten deskundigen vraagtekens bij de effectiviteit van de plannen. Volgens hen is het onzeker of het wettelijke klimaatdoel voor 2030 hiermee daadwerkelijk wordt gehaald.
Het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) berekent jaarlijks de kans op het behalen van het klimaatdoel. Uit de laatste berekeningen blijkt dat bij een besparing van 8 megaton CO2 alles mee moet zitten om het doel te halen. Een besparing van 16 megaton vergroot de kans tot 50 procent, terwijl 24 megaton een zekerheid van 95 procent biedt. De huidige 10 megaton wordt door experts gezien als een stap in de goede richting, maar onvoldoende voor de lange termijn.
Politieke en economische afwegingen
Bij het opstellen van de klimaatplannen is ook rekening gehouden met de positie van het bedrijfsleven. Het kabinet wil voorkomen dat bedrijven vertrekken of financieel in de problemen komen door de maatregelen. Bovendien moet minister Hermans rekening houden met de Eerste Kamer, waar de coalitiepartijen geen meerderheid hebben.
Om bedrijven tegemoet te komen, blijft de CO2-heffing tot 2030 ongewijzigd. Een mogelijke verhoging na die periode wordt door Hermans omschreven als “een stok achter de deur”, maar hierover mag de industrie meepraten. De voorgenomen heffing op plastic wordt voorlopig niet ingevoerd vanwege zorgen over de concurrentiepositie van Nederlandse bedrijven. In plaats daarvan stijgen de afvalstoffenbelasting en de CO2-heffing voor afvalverbrandingsinstallaties, tenzij er een haalbaar alternatief wordt gepresenteerd.
Steun voor energie-intensieve sectoren
Om de concurrentiepositie van Nederlandse industrieën te waarborgen, ontvangen energie-intensieve bedrijven, zoals de staal-, aluminium- en kunstmestsector, subsidie voor hun hoge energiekosten. Ook huishoudens profiteren van een verlaging van de energiebelasting, zoals eerder vastgelegd in de voorjaarsnota. Deze verlaging wordt gefinancierd uit het klimaatfonds, maar draagt niet direct bij aan klimaatwinst.
Voor specifieke sectoren, zoals de glastuinbouw, worden aparte afspraken gemaakt over verduurzaming. Tot die tijd ontvangen deze bedrijven financiële steun voor stijgende lasten. Daarnaast investeert het kabinet in ondergrondse CO2-opslag en de productie van groene waterstof, als onderdeel van de bredere strategie om de energietransitie te ondersteunen.
Bron: NOS