De arbeidsmarkt is in het eerste kwartaal van 2025 minder krap geworden. Dit blijkt uit recente cijfers van het CBS. Het aantal openstaande vacatures nam met 7.000 af, terwijl het aantal werklozen met 16.000 toenam. Voor elke 100 werklozen waren er 101 vacatures beschikbaar, wat wijst op een afnemende spanning op de arbeidsmarkt.
Voor het eerst in jaren minder banen
Het totale aantal banen daalde met 14.000, een daling van 0,1 procent. Het is de eerste keer sinds het vierde kwartaal van 2020 dat het aantal banen afneemt. Deze krimp komt volledig voor rekening van zelfstandigen, waarvan het aantal banen daalde met 52.000 (-2,0 procent). Bij werknemers was er juist een stijging van 38.000 banen (+0,4 procent).
Vacaturegraad stijgt licht, bouwsector blijft koploper
Aan het einde van het eerste kwartaal stonden er 395.000 vacatures open. De vacaturegraad – het aantal vacatures per 1.000 banen – steeg licht naar 44. De bouwsector kent met 81 vacatures per 1.000 banen nog altijd de hoogste vacaturegraad. In het onderwijs bleef deze het laagst met 17.
Verschillen tussen sectoren
In de handel en industrie nam het aantal vacatures het sterkst af, met elk een daling van 2.000. Toch blijven deze sectoren goed voor een groot aandeel van de openstaande posities. In de financiële dienstverlening en de bouw nam het aantal vacatures juist met 2.000 toe. De grootste daling in het aantal banen vond plaats in de handel, vervoer en horeca (-23.000). Ook in sectoren als zorg (-7.000), bouwnijverheid (-5.000) en onderwijs (-3.000) nam het aantal banen af. Daarentegen groeide het aantal banen in het openbaar bestuur (+6.000), de uitzendbranche (+5.000) en de ICT (+4.000).
Aantal gewerkte uren neemt af
Werknemers en zelfstandigen werkten in totaal 3,7 miljard uur. Dit is, na correctie voor seizoensinvloeden, 0,5 procent minder dan in het voorgaande kwartaal. De daling was het sterkst bij zelfstandigen (-1,8 procent). Bij werknemers nam het aantal gewerkte uren met 0,2 procent af.
Stijging werkloosheid onder alle leeftijden
Het aantal werklozen steeg naar 390.000, oftewel 3,8 procent van de beroepsbevolking. In het vorige kwartaal lag dit percentage nog op 3,7. De toename deed zich voor bij alle leeftijdsgroepen. De werkloosheidscijfers zijn gebaseerd op de ILO-definitie: personen zonder betaald werk die recent naar werk hebben gezocht en direct beschikbaar zijn.
Meer instroom vanuit niet-beroepsbevolking
De stijging van de werkloosheid komt deels doordat meer mensen actief op zoek gingen naar werk, zonder dat zij direct een baan vonden. Hierdoor stroomden netto 38.000 mensen vanuit de niet-beroepsbevolking in naar de werkloosheid. Tegelijkertijd vonden meer werklozen een baan dan er werkenden werkloos werden, wat leidde tot een afname van 22.000. Per saldo resulteerde dit in een stijging van het aantal werklozen met 16.000.
Korte werkloosheid groeit het sterkst
Het aantal langdurig werklozen – mensen die al een jaar of langer werkloos zijn – nam licht toe van 60.000 naar 63.000. Het aandeel langdurig werklozen bleef daarmee gelijk op 16 procent. De stijging van de totale werkloosheid komt vooral door een toename van het aantal kortdurend werklozen.
Onbenut arbeidspotentieel groeit
Naast werklozen telt het CBS ook mensen die beschikbaar zijn voor werk of meer uren willen werken, maar niet in de officiële werkloosheidscijfers vallen. Deze groep, het zogenoemde onbenut arbeidspotentieel, is in het eerste kwartaal van 2025 toegenomen.
