De Nederlandse arbeidsmarkt koelt af, maar niet op de manier waar werkgevers op hoopten. Werkloosheid loopt op, vacatures worden kritischer ingevuld, en toch horen we in bijna elke sector hetzelfde geluid: โWe krijgen de juiste mensen niet meer.โ Nieuwe cijfers uit augustus, september en oktober 2025 laten een breuk zien met de afgelopen jaren. De hyperkrapte van 2022-2023 is duidelijk voorbij, maar er is geen echte verlichting. In plaats daarvan ontstaat een andere spanning: niet krapte in aantallen, maar krapte in de match.
Werkloosheid: hoger, maar niet geruststellend
Het Centraal Bureau voor de Statistiek meldde half oktober dat in september 2025 409 duizend mensen werkloos waren. Dat is 4,0 procent van de beroepsbevolking van 15 tot 75 jaar, het hoogste percentage in vier jaar tijd. De werkloosheid is de afgelopen drie maanden gemiddeld met 8 duizend personen per maand toegenomen, en die stijging zit vooral bij 25-plussers. Bij mensen van 45 jaar en ouder liep de werkloosheid in een jaar tijd op van 2,1 naar 2,6 procent.
Dat is een belangrijk signaal, want deze groep is normaal gesproken juist relatief stabiel. Als ook ervaren medewerkers boventallig raken of niet direct weer aan de slag komen, wijst dat op een verscherpte selectie aan de vraagkant. Werkgevers worden kieskeuriger.
Toch betekent dit oplopende werkloosheidscijfer niet dat werkgevers nu gemak hebben in het vullen van functies. In augustus lag de werkloosheid op 3,9 procent en in september op 4,0 procent. Die stijging is reรซel, maar bescheiden. Ze is ook niet breed verdeeld over alle sectoren. Het is niet zo dat er ineens overal overschot is. In sectoren als techniek, energie, bouw, zorg en logistiek blijven cruciale functies vacant. Regionale cijfers uit september laten bijvoorbeeld zien dat zelfs in provincies waar het aantal WW-uitkeringen stijgt en het aantal vacatures daalt, UWV de situatie nog altijd โkrapโ noemt.
Minder wervingspaniek, meer selectieve schaarste
Dit is de grote verschuiving van na de zomer van 2025: werkgevers zetten minder breed in op โwe nemen iedereen aan die kan ademenโ, en sturen meer op specialistische rollen die bedrijfskritisch zijn.
Dat zie je terug in drie actuele bewegingen:
- Gerichtere vraag
Uit analyse van recente marktdata blijkt dat de vraag zich steeds sterker concentreert in beroepen waar specifieke kennis of bevoegdheden nodig zijn. Denk aan technisch onderhoud, energietransitie (monteurs, installateurs), ICT en cybersecurity, onderwijs, kinderopvang, zorgprofessionals en logistieke planning. UWV noemt dit nog steeds kansrijke beroepen: functies waar werkgevers moeite hebben ze in te vullen, ook al is de totale werkloosheid hoger dan vorig jaar. Dit bevestigt dat het probleem niet โte weinig mensenโ heet, maar โte weinig mensen met de juiste skills, papieren en beschikbaarheidโ. - Hogere drempel
Werkgevers zijn kritischer geworden bij aannemen. Niet omdat ze plots luxe hebben, maar omdat marges onder druk staan. Lonen zijn de afgelopen periode door caoโs stevig omhooggegaan en blijven een grote kostenpost. Tegelijkertijd staat de omzetgroei in veel sectoren onder druk. In gewoon Nederlands: een verkeerde aanname of een langdurig inwerktraject kun je je minder makkelijk permitteren dan een jaar geleden. Daardoor vallen mensen die wel willen werken, maar niet perfect passen, nu sneller buiten de boot โ en tellen ze dus mee in de werkloosheidscijfers. - Lagere mobiliteit
Intelligence Group ziet dat de arbeidsmobiliteit daalt: nog maar 18,6 procent van de beroepsbevolking stapte in de afgelopen twaalf maanden over naar een andere werkgever. Dat is het laagste niveau in bijna vier jaar. Tegelijkertijd daalt de โarbeidsmarktactiviteitโ: het aandeel mensen dat actief zoekt naar (ander) werk ging in het derde kwartaal van 2025 terug naar 12,3 procent, na eerder hoger te hebben gelegen. Kort gezegd: mensen zitten vaster. Minder mensen durven te bewegen, werkgevers zoeken specifieker, en daardoor ontstaan er gaten die niet dichtlopen โ ook al neemt de totale werkloosheid toe.
De rek bij werknemers is weg
Een andere opvallende ontwikkeling van de afgelopen weken: werkenden proberen zelf de klap op te vangen. Uit onderzoek dat in oktober werd gepubliceerd blijkt dat ruim een derde van de fulltime werkenden in Nederland serieus overweegt om een tweede baan te nemen. Het belangrijkste motief is financieel: 69 procent zegt dat extra inkomen de hoofdreden is om er een bijbaan naast te doen.
Dit geeft twee signalen af over de huidige arbeidsmarkt:
- Loonstijgingen hebben niet al het koopkrachtverlies van de dure jaren 2022-2023 gerepareerd.
- De druk om naast de hoofdrol nog iets te doen, vergroot ook het risico op vermoeidheid en uitval.
Werkgevers kampen ondertussen al met verzuim- en uitvalkosten die structureel hoog liggen, vooral in fysiek zware beroepen zoals bouw, logistiek en zorg. Die druk neemt niet af als mensen er nog een baan naast willen draaien om rond te komen. Die spanning tussen inkomensdruk bij personeel en continuรฏteitsdruk bij werkgevers maakt de arbeidsmarkt in oktober 2025 concreet kwetsbaar.
Regio: meer WW, toch krap
Een goed voorbeeld van hoe vreemd de markt nu in elkaar zit, komt uit Noord-Nederland. In Groningen nam het aantal WW-uitkeringen de afgelopen twaalf maanden toe en er staan minder vacatures open dan een jaar geleden. Toch kwalificeert UWV de arbeidsmarkt daar nog steeds als krap.
Dat klinkt als een paradox, maar eigenlijk laat het precies zien wat er landelijk speelt. Werkgevers in bijvoorbeeld industrie, energie-infrastructuur, techniek of zorg blijven schreeuwen om profielen die schaars zijn en niet snel opgeleid kunnen worden. Tegelijk worden generieke functies โ ondersteunende rollen zonder specifieke licentie of bevoegdheid โ sneller geschrapt of niet direct vervangen. Het gevolg: meer WW in het algemeen beeld, maar tegelijk onvervulde sleutelvacatures.
Voor regionale economieรซn (met name buiten de Randstad) is dit een strategisch risico. Veel van de grote opgaven โ energietransitie, woningbouw, onderhoud van infrastructuur โ zijn juist daar urgent. Als de mensen die dat werk kunnen doen niet te krijgen zijn, vertraagt uitvoering. Dat raakt rechtstreeks aan de economische agenda van provincies, maar ook aan landelijke doelen zoals bouwen, verduurzamen en netwerkverzwaring.
Kantelpunt na de zomer: van krapte naar frictie
Alles bij elkaar wijst de arbeidsmarkt van augustus tot en met oktober 2025 in de richting van een kantelpunt.
De extreme krapte ebt iets weg. Werkloosheid stijgt voor het eerst in vier jaar naar 4,0 procent. Het aantal mensen dat actief van baan wil wisselen daalt. Dat lijkt op afkoeling.
Maar de spanning verdwijnt niet. UWV en regionale cijfers signaleren dat sectoren als techniek, ICT, zorg, logistiek en kinderopvang structureel onderbezet blijven. In sommige van die beroepen is de krapte zelfs nauwelijks verbeterd sinds begin dit jaar.
En de aard van het probleem verandert. De strijd gaat minder om โiemand voor de balieโ en meer om โรฉรฉn persoon met bevoegdheid X die morgen kan startenโ. Het wordt dus een kwaliteitsvraagstuk.
Die verandering is cruciaal, want het bepaalt hoe werkgevers en overheid hierop kunnen sturen. Een algemeen conjunctuurbeleid (โwe koelen de economie wat af, dan lost de arbeidsmarkt zichzelf wel opโ) is hier niet genoeg. Je lost geen technisch tekort op met algemene werkloosheid.
Waar dit heengaat
Voor werkgevers betekent dit najaar dat recruitment minder volume en meer strategie wordt. Drie lijnen tekenen zich af:
- Investeren in skills in plaats van alleen werving. Bedrijven zullen vaker mensen aannemen die 70 procent passen en de resterende 30 procent intern laten groeien.
- Vasthouden wordt belangrijker dan vinden. De dalende arbeidsmobiliteit betekent dat mensen minder snel zelf vertrekken, maar ook dat als ze wel vertrekken, je ze moeilijker vervangt.
- Flexibiliteit in contractvormen en werktijden. Werknemers zoeken extra inkomen en soms extra grip op hun eigen tijd.
Voor beleid ligt er nog een andere vraag, en die wordt politiek. Als de werkloosheid stijgt maar de tekorten in cruciale maatschappelijke sectoren blijven, komt de druk om te sturen op scholing, omscholing en regionale matching. Dat betekent concreet: niet alleen praten over โactiveren van mensen aan de kantโ, maar mensen daadwerkelijk en snel opleiden voor functies die nu al maanden onvervuld zijn.
De arbeidsmarkt van eind oktober 2025 laat dus twee waarheden tegelijk zien. Eรฉn: de gouden tijd waarin iedere werknemer meteen drie aanbiedingen kreeg, ebt weg. Twee: werkgevers die dachten dat dit het moment zou zijn waarop al hun vacatures eindelijk dicht zouden lopen, komen bedrogen uit. De spanning is niet verdwenen. Ze is verschoven.
Bronnen: CBS, UWV, Intelligence Group, Indeed


