Het vrij besteedbare inkomen van Nederlandse huishoudens is in 2024 met 5,7 procent toegenomen tot bijna 553 miljard euro. Tegelijkertijd steeg het bedrag dat huishoudens overhouden na consumptie, de zogenoemde vrije besparingen, met ruim 23 procent tot een recordhoogte van bijna 64 miljard euro. Dat blijkt uit recente cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS).
Consumptie neemt toe, maar minder dan het inkomen
De totale consumptieve bestedingen kwamen vorig jaar uit op 489 miljard euro, een stijging van 3,8 procent. Gecorrigeerd voor inflatie en bevolkingsgroei nam de consumptie per hoofd van de bevolking licht toe met 0,5 procent naar ruim 27.000 euro. Huishoudens gaven vooral meer uit aan elektronica, kleding, verzorging, vervoer en culturele activiteiten. Tegelijkertijd werd er minder besteed aan diensten zoals horeca, onderwijs en IT.
Vrije besparingen op hoogste niveau sinds coronajaren
Doordat de inkomens sneller stegen dan de uitgaven, hielden huishoudens meer over. De vrije besparingen namen toe tot 63,7 miljard euro, een stijging van 23 procent ten opzichte van 2023. Alleen tijdens de coronapandemie groeiden de besparingen nog harder. In vergelijking met 2019, het laatste jaar voor corona, zijn de vrije besparingen met bijna 58 procent toegenomen. Per persoon komt dat neer op ruim 3.500 euro extra in 2024.
Spaarquote wijst op sterkere financiële buffer
De zogenoemde spaarquote – het percentage van het beschikbaar inkomen dat niet aan consumptie wordt uitgegeven – steeg van 14,5 procent in 2023 naar 16,3 procent in 2024. Dat betekent dat huishoudens een groter deel van hun inkomen opzijzetten. Alleen in de jaren 2020 en 2021, toen consumptie tijdelijk daalde door coronamaatregelen, lag dit percentage hoger.
De stijging is deels te verklaren doordat ook collectieve besparingen, zoals pensioenopbouw, worden meegerekend in de spaarquote. Deze aanpak biedt een vollediger beeld van het spaargedrag van Nederlandse huishoudens.
Spaartegoeden boven de 500 miljard euro
Het totale spaartegoed van Nederlandse huishoudens bereikte in 2024 voor het eerst de grens van 500 miljard euro. Tegelijkertijd daalde het bedrag op betaalrekeningen naar 110 miljard euro. Die verschuiving hangt samen met de oplopende spaarrente, waardoor het aantrekkelijker werd om geld op een spaarrekening te zetten in plaats van op een betaalrekening te laten staan.
Sinds 2012 bleef de reële groei van spaartegoeden vrij stabiel, maar vanaf de coronapandemie is opnieuw een stijgende lijn zichtbaar.