Door toenemende personeelstekorten in de ouderenzorg en gehandicaptenzorg vragen zorginstellingen steeds vaker hulp van familieleden. Sinds de inzet van zzp’ers aan banden is gelegd, wordt de bijdrage van naasten belangrijker.
Oproep aan familie: help mee
Zorginstelling De Wever deed eind maart een dringende oproep aan familieleden van cliënten: “In deze tijd kunnen we uw hulp meer dan ooit gebruiken.” De organisatie, actief in de ouderenzorg, ondervindt de gevolgen van het nijpende tekort aan personeel. Die situatie verergerde toen De Wever, net als veel andere instellingen, stopte met de inzet van zzp’ers, in reactie op strengere handhaving door de Belastingdienst.
Andere zorgorganisaties bevestigen dat zij recentelijk vergelijkbare oproepen hebben gedaan aan familieleden, om het groeiende tekort aan personeel te helpen opvangen.
Eenvoudige zorgtaken door naasten
Ook bij ouderenzorginstelling Laurens zorgde het afscheid van zzp’ers voor problemen. Tijdens de meivakantie viel op een afdeling tijdelijk al het personeel weg. “Omdat ook uitzendkrachten niet beschikbaar waren,” aldus Matthijs Overdijk, directeur Wonen met Zorg bij Laurens. De organisatie zag het aantal zzp’ers dat in loondienst trad daarna wel toenemen.
Laurens riep familieleden op te helpen bij dagelijkse handelingen: “Samen met u kijken we naar wat u kunt doen, eventueel met hulp van familie of vrienden.” Volgens Overdijk gaat het vaak om simpele taken, zoals het smeren van een boterham, bedden opmaken of toezicht houden. “Wij vinden het erg belangrijk, ook met oog op de niet al te fleurige arbeidscijfers in de toekomst, om met familie tot het einde door het leven te gaan.”
In sommige locaties wordt via een appgroep om hulp gevraagd aan mantelzorgers. Vrijwilligers zijn ’s ochtends vaak nog beschikbaar, maar later op de dag wordt dat moeilijk. “En dat is juist een tijdstip dat het voor zorgmedewerkers heel druk is. Als je komt helpen, kunnen ze je niet genoeg bedanken,” vertelt een van hen.
Kritiek op toenemende druk bij mantelzorgers
Toch is niet iedereen positief. Marcel van der Priem, bestuurder van De Wever, zegt: “Daar zijn jullie toch voor?” en “weten jullie niet hoe zwaar wij het hebben?” zijn reacties die medewerkers soms krijgen. “Het is een soort emotionele chantage, want je wil niet dat jouw familie zonder zorg zit, dus je doet het toch. Maar je komt gewoon niet meer aan jezelf toe,” zegt Marjolijn Bruurs van Stichting Mantelzorgelijk.
Ook MantelzorgNL benadrukt dat hulp door naasten geen vanzelfsprekendheid mag worden: “Natuurlijk is het mooi als mensen willen helpen, maar het kan niet de norm worden dat mantelzorgers inspringen wanneer de zorg hapert.”
Zorgwekkende vooruitzichten
Van der Priem benadrukt dat extra hulp van familie welkom is, maar waarschuwt: “Het is niet zo dat familieleden de tekorten kunnen oplossen, maar de extra hulp is welkom.” Hij hoopt dat deze situatie als een wake-up call werkt: “We hopen dat de urgentie die er nu is ook een soort wake-up call is, dat we in Nederland niet alle ondersteuning meer met professionals kunnen doen. Eigenlijk zou het heel normaal moeten zijn dat naasten net als thuis een bijdrage leveren aan het welzijn van hun ouders.”
Uit cijfers van het ministerie blijkt dat er in 2023 al een tekort was van 44.000 zorgmedewerkers. In 2034 kan dat oplopen tot ruim 250.000. Tegelijkertijd neemt het aantal potentiële mantelzorgers af. Volgens de Staatscommissie Demografische Ontwikkelingen 2050 waren er in 1950 nog 62 mantelzorgers per 85-plusser, in 2022 nog 14 en in 2050 mogelijk nog maar 5.
Bron: NOS