De afgelopen zeven jaar is het aantal geïnstalleerde warmtepompen aanzienlijk sneller toegenomen dan het aantal woningen dat wordt aangesloten op een warmtenet. Beide technieken worden door de overheid gesubsidieerd om Nederland in 2050 aardgasvrij te maken, maar de groeiende populariteit van warmtepompen heeft invloed op de haalbaarheid van nieuwe warmtenetten.
Uit onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat de minister van Klimaat en Groene Groei mogelijk subsidies inefficiënt inzet vanwege overlap tussen beide maatregelen. Dit probleem doet zich onder andere voor in wijken in Deventer, Gorinchem, Groningen en Heeg. Hoe groot deze overlap precies is, is onbekend.
Volgens het rapport Een koud bad voor warmtenetten – Tijd voor bijsturing van de warmtetransitie, dat op 4 februari 2025 werd gepubliceerd, is meer dan 90% van de gesubsidieerde warmtepompen geplaatst in wijken zonder warmtenet. Hoewel de overlap beperkt lijkt, adviseert de Rekenkamer om subsidies voor warmtepompen te heroverwegen wanneer deze de ontwikkeling van warmtenetten belemmeren. In 2023 werden ruim 160.000 warmtepompen geïnstalleerd, terwijl slechts 11.000 woningen een warmtenetaansluiting kregen.
Stagnatie in uitbreiding warmtenetten
Warmtenetten, ook bekend als stadsverwarming, vormen voor een groot deel van de gebouwde omgeving een kostenefficiënte oplossing voor de energietransitie. Ze worden gevoed door restwarmte uit de industrie, aardwarmte of biomassa en gaan doorgaans langer mee dan een warmtepomp. Momenteel zijn er bijna 500 warmtenetten in Nederland, met samen 515.000 aansluitingen. Veel gemeenten hebben plannen om deze netwerken uit te breiden, maar sinds eind 2023 lopen diverse projecten vast vanwege financiële haalbaarheid.
Voorstellen voor een nieuwe warmtewet en de behandeling ervan in de Tweede Kamer zijn bepalend voor het al dan niet doorbreken van deze impasse. De Algemene Rekenkamer heeft per wijk gegevens verzameld. Zo is in de wijk De Zuidlanden in Leeuwarden 46% van de woningen aangesloten op een warmtenet, terwijl 20% een gesubsidieerde warmtepomp heeft. In de Tilburgse wijk Witbrant heeft 85% stadsverwarming, en 10% een warmtepomp. In veel woonwijken is nog geen warmtenet aanwezig of gepland.
Subsidiebeleid onder de loep
De groei van warmtenetten blijft achter bij de doelstellingen van het kabinet. In 2023 kwamen er 11.000 nieuwe aansluitingen bij, terwijl het kabinet tot 2030 500.000 nieuwe aansluitingen wil realiseren. De overheid heeft in 2024 ruim €1,1 miljard beschikbaar gesteld voor de energietransitie, maar de Rekenkamer adviseert om naast subsidies ook andere financieringsmodellen te verkennen.
Voor woningcorporaties geldt dat 70% van de huurders moet instemmen met een overstap naar een warmtenet. In Gorinchem bleek dat bewoners, vooral ouderen, moeite hadden met de overstap naar inductiekoken. Om dit te vergemakkelijken, leverde de woningcorporatie pannensets en organiseerde kooklessen. Daarnaast werd per appartementencomplex een persoonlijke aanpak gehanteerd met keukentafelgesprekken over isolatie, verwarmingssystemen en de benodigde aanpassingen.
Bezorgdheid over kosten en keuzevrijheid
Huishoudens staan niet altijd positief tegenover een aansluiting op een warmtenet. Warmtebedrijven hebben een monopoliepositie, waardoor overstappen naar een andere aanbieder niet mogelijk is. Bovendien kan de aanleg van een warmtenet jaren duren, en leiden de hoge vaste kosten tot discussie.
Tot 2024 kon toezichthouder Autoriteit Consument & Markt (ACM) consumenten onvoldoende beschermen tegen prijsstijgingen door warmtebedrijven. De ACM had alleen zicht op de rendementen van de sector als geheel. Sinds dit jaar kan de ACM echter ingrijpen als een specifieke warmteleverancier buitensporige winsten behaalt. De vraag blijft echter of deze maatregel voldoende is.
Evaluatie van financiering en draagvlak nodig
De ministers van Klimaat en Groene Groei en van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening staan positief tegenover het advies om alternatieve financieringsvormen voor de warmtetransitie te onderzoeken. Niet alle aanbevelingen van de Rekenkamer worden echter volledig onderschreven.
Voor een succesvolle overstap naar duurzame warmtebronnen is breed draagvlak onder burgers essentieel. De Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) benadrukt dat de kosten en de overgang als rechtvaardig moeten worden ervaren. Dit aspect verdient volgens de Rekenkamer nadrukkelijke aandacht bij de verdere uitwerking van het beleid.
Bron: Rekenkamer